060223

Cofinancieringsreserve Europa

Verloop

2016

2017

2018

2019

2020

Saldo aanvang jaar (1)

22.820.075

20.498.879

18.177.683

14.643.933

11.110.183

Begrote onttrekking (2)

2.321.196

2.321.196

3.533.750

3.533.750

3.340.000

Begrote toevoeging (3)

-

-

-

-

-

Begrote lasten programma (4)

3.533.750

3.533.750

3.533.750

3.533.750

3.340.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

3.533.750

3.533.750

3.533.750

3.533.750

3.340.000

Begrote baten programma (6)

-

-

-

-

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

-

-

-

-

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

20.498.879

18.177.683

14.643.933

11.110.183

7.770.183

060223

060223 Cofinancieringsreserve Europa

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van Europese programma's en projecten.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012

Portefeuillehouder

Tjisse Stelpstra

Teamleider

Johan Geveke

Programma

1. Kwaliteit openbaar bestuur

Toelichting

In het visiestuk “Koers in onzekere tijden” hebben wij aangegeven dat we het economisch beleid richten op de cofinancieringsmogelijkheden van het Europees beleid. Om in te kunnen spelen op de goede mogelijkheden in de nieuwe EU periode (2014 – 2020), is destijds voorgesteld een Cofinancieringsreserve Europa te vormen met een startvermogen van € 24 miljoen. Goed inspelen op cofinancieringsmogelijkheden van Europees beleid vergt meer maatwerk. Dit betekent dat wij ook zelf meer actief kansen zoeken en creëren. Hiervoor is de Cofinancieringsreserve Europa een belangrijk middel. Voor de omvang van de reserve hebben we een inschatting gemaakt op basis van de huidige kennis en is gevoed vanuit de Reserve vitaal platteland (€ 12 miljoen) en de Risicoreserve (€ 12 miljoen).
De ontwikkeling van (regionale) Europese programma's is in zichzelf een complex (onderhandelings-)proces langs vele schaakborden met nog wijzigende spelregels. Omvang, vorm en inhoud van de programma’s staan dan ook nog niet vast. Met inachtneming van alle onzekerheden schatten wij in dat wanneer de provincie de Europese Programma's (EFRO, INTERREG, en POP) voor de periode 2014-2020 adequaat wil financieren (met het doel een goed resultaat voor Drenthe te behalen), een eigen inleg noodzakelijk voor een programmaperiode van 7 jaar (2014-2020). Voorlopig wordt uitgegaan van een financieringsbehoefte van € 3,1 miljoen per jaar. De "omzet" die daarmee wordt gerealiseerd bedraagt naar schatting € 100 miljoen, ofwel € 14 miljoen per jaar. Mocht in de toekomst duidelijk worden dat de cofinancieringsbehoefte (per jaar) hoger of lager uitvalt dan op dit moment ingeschat, dan kan in de toekomst een bijstelling nodig zijn. T.b.v. agrarisch natuurbeheer is in de jaren 2014 en 2015 een bedrag van € 1.212.554,-- geleend uit de Cofinancieringsreserve. In de jaren 2016 en 2017 zijn deze bedragen teruggestort vanuit de Reserve provinciaal aandeel ILG.Voor de uitwerking van de 'gecoördineerde meerjarenaanpak Europa' is bij de eerste wijziging van 2015 een bedrag van € 2,5 miljoen extra opgenomen. Dit bedrag kwam niet uit de reserve, maar werd gedekt vanuit de algemene ruimte 2014. Vanaf 2016 t/m 2020 wordt voor het project LEADER Zuid-West Drenthe € 240.000,-- per jaar bijgedragen. Tevens starten wij met het project LEADER Zuid-Oost Drenthe. Het provinciaal aandeel bedraagt € 387.500,-- per jaar voor 4 jaar (vanaf 2016). De dekking voor deze uitgaven komt uit de Reserve vitaal platteland voor een bedrag van € 193.750,-- per jaar en de Cofinancieringsreserve Europa de andere helft.

Wat zijn we van plan?

Voor het project LEADER Zuid-West Drenthe wordt vanuit de Cofinancieringsreserve Europa € 240.000,-- bijgedragen. Tevens starten wij met het project LEADER Zuid-Oost Drenthe. Het provinciaal aandeel bedraagt € 387.500,-- per jaar voor 4 jaar (vanaf 2016). De dekking voor deze uitgaven komt voor 50% uit deze reserve en de andere helft komt uit de Reserve vitaal platteland. Daarnaast is een bedrag van € 3.100.000,-- als onttrekking opgenomen om te zien in de financieringsbehoefte.