Wat zijn onze belangrijkste kaders?

De belangrijkste kaders voor de uitoefening van de Treasuryfunctie zijn de Provinciewet, Wet financiering decentrale overheden (wet FIDO), Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, Besluit begroting en verantwoording (BBV), Financiële verordening provincie Drenthe, Kader revolverend financieren, overige ministeriële regelingen en afspraken met de treasurycommissie. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van doelmatigheid en controle worden voldaan. In de provinciewet is vastgelegd dat er in de planning en controlcyclus verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde provinciale beleid. Er is voorgeschreven dat in de Financieringsparagraaf het treasurybeleid aan de orde komt. Een belangrijk onderdeel hierbij is risicobeheer. Onder risicobeheer wordt verstaan inzicht krijgen in de omvang van het risico, de gevolgen van dat risico afwegen en indien nodig beheersmaatregelen treffen. Het wettelijk kader bepaalt dat in de voorgeschreven Financieringsparagraaf aandacht geschonken dient te worden aan Kasgeldlimiet, Rente risiconorm, Valutarisico's, Kredietrisico's, Liquiditeitsrisico's en Koersrisico's. In de volgende tabel zijn deze risico's beschreven, de risico inschatting weergegeven en de bij bijbehorende beheersmaatregelen opgenomen.

Risico

Omschrijving risico

Risico inschatting

Beheersmaatregel

Kasgeldlimiet kortlopende schulden

De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat de provincie maximaal als gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal mag hebben. Voor provincies is dat 7% van het begrotingstotaal.

Nihil.

We zullen in 2017 voldoen aan deze limiet, omdat we geen kasgeldleningen hebben en zullen aantrekken.

Renterisiconorm - langlopende schulden

Het renterisico op langlopende schulden mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De grondslag is 20% van het begrotingstotaal.

Nihil

Op 31 december 2016 wordt de langlopende lening ad € 253.000 opgenomen bij het Groenfonds afgelost. Naar verwachting zullen er geen langlopende leningen worden afgesloten in 2017.

Valuta risico's

Ontstaan door schommelingen in wisselkoersen

Nihil

Door alleen te beleggen in Euro's zal er geen sprake zijn van valutarisico.

Kredietrisico's

Risico op terugbetaling van beleggingen en/of rentebetalingen, door alleen te beleggen in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en landen met minimaal AAA-rating.

In de afgelopen jaren zijn de ratings van de Rabo en BNP Paribas gedaald waardoor ze thans niet meer aan de minimale rating voldoen. Overigens waren op hetmoment van aankoop de ratings wel voldoende. In het licht van de actuele markt en het huidige goede rendement is besloten om niet tot verkoop. Tevens zijn er geen directe signalen dat er verhoogde risico's zijn.

De kredietwaardigheid van de financiële ondernemingen wordt nauwgezet gevolgd en indien nodig zal er gehandeld worden. Alle nieuwe uitzettingen en alle vrij te vallen middelen worden geplaatst bij de staat of uitgeleend aan decentrale overheden. De Nederlandse staat en haar decentrale overheden worden als zeer kredietwaardig beschouwd. Bij verstrekking van de overige kredieten worden kredietnemers uitgebreid beoordeeld en vervolgens vindt periodieke herbeoordeling plaats (afhankelijk van risico inschatting minimaal één keer per jaar).

Liquiditeitsrisico's

Het kunnen betalen van facturen en overige financiële verplichtingen

Minimaal

Door middel van een liquiditeitsplanning worden de aanwezige liquide middelen afgestemd op de verwachte ontvangsten en uitgaven

Koersrisico's

Het risico dat de koers van een vastrentende waarde zoals een obligatie zich negatief ontwikkelt.

Minimaal

De beleggingsportefeuille kent een "buy en hold' strategie waardoor vroegtijdige verkoop in principe niet aan de orde is. Afhankelijk van de marktwaarde wordt een koerswinst of koersverlies gerealiseerd.

Conform de wet FIDO worden onze overtollige middelen geplaatst bij de Staat (verplicht schatkistbankieren) in de vorm van een rekening courant of staatsdeposito’s. Deze uitzettingen hebben een prudent (behoedzaam en voorzichtig) karakter. Uitzonderingen op verplicht schatkistbankieren zijn wettelijk bepaald (bijvoorbeeld het Nazorgfonds). Voor overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn afgesloten geldt dat ze mogen aflopen onder de voorwaarden zoals ze voor 4 juni 2012 golden en vormt dus tevens een uitzondering op het verplicht schatkistbankieren. Daarnaast mag een drempelbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) gemiddeld buiten de schatkist worden gehouden. Deze drempel is voor de provincie Drenthe gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal.\

Provinciale Staten kan voor de uitoefening van de publieke taak leningen of garanties verstrekken aan een onderneming om een provinciaal gewenst beleidsdoel te behalen. Een belangrijke voorwaarde om de lening te mogen verstrekken is een marktconforme prijs.
Binnen de provincie is een treasurycommissie ingesteld die adviseert over te maken keuzes en controleert en vaststelt of de treasuryactiviteiten binnen de kaders zijn uitgevoerd. Zelf kan ze ook aanvullende kaders opstellen. Zo heeft ze bepaald dat het verschil in rendement tussen onderling uitlenen en plaatsen bij de schatkist minimaal 25 basispunten (= 0,25%) moet zijn. Door daling van de rentestanden is tijdelijk bepaald dat voor een leningstermijn van 2 jaar of minder het minimale verschil in rendement van 25 basispunten losgelaten kan worden. De commissie bestaat uit de portefeuillehouder financiën, portefeuillehouder verkeer en vervoer en de directeur/plv. secretaris en medewerkers die dagelijks bij het treasuryproces betrokken zijn. Hiermee is de onafhankelijkheid gewaarborgd.