Onderstaand worden de vanuit het BBV en wet FIDO verplichte onderdelen weergegeven:

  1. Toets kasgeldlimiet
  2. Rente risiconorm en
  3. Het Renteschema weergegeven.

Toets kasgeldlimiet

Bedragen x € 1.000

Omvang begroting per 1 januari 31-12-2017

€ 244.819

1. Toegestane kasgeldlimiet

in procenten van de grondslag

7%

in bedrag

€ 17.137

2. Omvang Vlottende korte schuld

€ 13.465

3. Vlottende middelen

€ 162.140

4. Totale netto vlottende schuld (2)-(3)

€ -148.675

Toegestane kasgeldlimiet (1)

€ 17.137

Ruimte (+) /Overschrijding (-)

€ 165.812

Variabelen renterisiconorm

2016

2017

2018

2019

2020

Renteherzieningen

Aflossingen

253

0

0

0

0

Renterisico

253

0

0

0

0

Renterisiconorm

Ruimte onder renterisiconorm

0

0

0

0

0

Overschrijding renterisiconorm

253

0

0

0

0

Risiconorm

Begrotingstotaal

Percentage

20

20

20

20

20

Regeling

FIDO

FIDO

FIDO

FIDO

FIDO

Renterisiconorm (van alleen jaarT)

0

De ruimte onder de renterisiconorm is nul, omdat alle leningen van in totaal € 253.000,-- worden afgelost in 2016. Daarna is er geen renterisico meer, omdat er geen langlopende leningen U/G meer zijn.

Renteschema (bedragen x € 1.000,--)

A.

de externe rentelasten over de korte en lange financiering

€ 3

B.

de externe rentebaten

-/-

€ 3.201

Totaal door te rekenen externe rente

-€ 3.198

C.

De rente die aande grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

€ 0

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-/-

€ 0

€ 0

-/-

€ 0

Saldo door te rekenen externe rente

-€ 3.198

D1.

Rente over eigenvermogen

€ 0

D2.

Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

€ 0

De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht overhead)toe te rekenen rente

-€ 3.198

E.

De werkelijk aan taakvelden( programma's inclusief overzicht overhead) toegerekende rente (renteomslag)

-/-

€ 0

F.

Renteresultaat op het taakveld treasury

-€ 3.198

De externe rentelasten zijn slechts € 3.000,--, omdat er geen externe leningen zijn aangetrokken. Het betreft hier vooral bankkosten. De Externe rentebaten betreffen opbrengsten op deposito's, leningen aan medeoverheden, nog lopende hypotheken personeel en leningen verstrekt vanuit de publieke taak.

Berekening EMU-saldo
In het bestuurlijk overleg is afgesproken dat de decentrale overheden ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken over het voorafgaande jaar, het actuele jaar en het volgende jaar. Wij als provincie Drenthe hebben de jaren i.h.k.v. Wet Hof iets uitgebreid met een aantal jaren. Op deze manier is het meerjarig verloop beter zichtbaar en kan dit bijdragen aan een betere beheersing van het EMU-saldo. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen(Bofv) is afgesproken dit beter te monitoren, waarbij dan ook rekening is gehouden met de laatste stand van de investeringsplanning en het planningsoptimisme. Dit alles om, conform in Europa gemaakte afspraken, een juiste landelijke inschatting te kunnen maken en een eventuele bijstelling van het verloop van het EMU-saldo te regelen. In het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 14 september 2015 is afgesproken de EMU-tekortnorm voor 2016 vast te stellen op -0,4% van het bruto binnenlands product (bbp). Tevens is afgesproken dat de EMU-tekortruimte niet nader wordt verdeeld over de provincies, gemeenten en waterschappen, omdat er toch geen sancties zullen worden getroffen bij eventuele overschrijding. Hierdoor zijn voor 2016 geen individuele referentiewaarden beschikbaar gekomen. Op moment van schrijven is de referentiewaarde voor 2017 nog niet bekend gemaakt.

De belangrijkste uitgangspunten van het Stabiliteits- en Groeipact zijn:
1. Het EMU-saldo: het begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product1 (BBP).
2. De EMU-schuld: de overheidsschuld moet lager zijn dan 60 procent BBP of in voldoende mate afnemen2.
3. Het structurele EMU-saldo: elk land heeft een Medium-Term Objective (MTO). Dit is een landenspecifiek structureel saldo (het saldo na correctie voor de conjunctuur) dat op de middellange termijn gerealiseerd moet worden. Voor Nederland is dit thans een structureel begrotingstekort van maximaal 0,4 procent BBP.

Vragenlijst

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekening EMU-saldo

Sector Financiën van de Overheid

Provincie Drenthe (0003)

Antwoordnummer 25000, 2490 XA Den Haag

2016

2017

2018

2019

2020

Omschrijving

x € 1000,-

x € 1000,-

x € 1000,-

x € 1000,-

x € 1000,-

Volgens realisatie tot en met september 2016, aangevuld met raming resterende periode

Volgens begroting 2017

Volgens meerjarenraming in begroting 2017

Volgens meerjarenraming in begroting 2019

Volgens meerjarenraming in begroting 2020

1

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

-7.286

-12.335

-14.431

-12.472

-364

2

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

8.602

9.652

10.210

1.185

12.331

3

Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie

778

778

778

778

778

4

Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

17.886

32.948

25.527

20.898

16.367

5

Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4

0

0

0

0

0

6

Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:

Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord

7

Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)

8

Baten bouwgrondexploitatie:

Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord

9

Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties

5.201

972

792

704

978

met derden betreffen

10

Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten

11

Verkoop van effecten:

a

Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

b

Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?

Berekend EMU-saldo

-20.993

-35.825

-29.762

-32.111

-4.600