Inleiding

Doel van deze paragraaf is inzicht te geven in de beoogde stand en de inzet van aan de reserves en voorzieningen van de provincie. Bij zowel de voorjaarsnota’s, bestuursrapportages als de jaarrekeningen monitoren wij de standen en bestedingen van de reserves en voorzieningen en beoordelen wij daarbij of bijstellingen nodig zijn. Dat is nu ook bij deze begroting gedaan.

Nota reserves en voorzieningen 2016
Deze nota maakt voor de eerst keer integraal onderdeel uit van de Begroting 2017. Normaal gesproken wordt deze nota in een apart document tegelijkertijd met de Voorjaarsnota vastgesteld. Dit jaar is er voor gekozen om het vaststellen van de nota te koppelen aan de Begroting 2017. Op deze manier is de nota zo actueel mogelijk. Omdat de laatste jaren alle reserves en voorzieningen al individueel uitgebreid toegelicht zijn in de Begroting en Jaarrekening, hebben wij ervoor gekozen de nota een integraal onderdeel te laten zijn van de Begroting 2017.

Om de vier jaar wordt de nota aan ter vaststelling aan provinciale staten aangeboden. De vorige nota stamt uit 2012, die wordt in deze begroting herzien. Hierna volgt de Nota reserves en voorzieningen. Deze nota is ingedeeld in hoofdstukken en daarna volgen de toelichtingen per reserve/voorziening.

Nota reserves en voorzieningen 2016

Inleiding

De provincie Drenthe beschikt over een aantal reserves en voorzieningen. Deze reserves en voorzieningen zijn ingesteld om uitvoering te kunnen geven aan het provinciale beleid. De verwachte totale omvang ervan bedraagt eind 2017 € 352 miljoen onderverdeeld in € 33 miljoen Algemene reserves, € 305 miljoen bestemmingsreserves en € 13 miljoen in voorzieningen. Dat is veel geld en het is dan ook noodzakelijk dat de reserves en voorzieningen inhoudelijk en financieel goed zijn onderbouwd en dat er duidelijke en transparante spelregels zijn geformuleerd.

Voor u ligt een nieuwe geactualiseerde Nota reserves en voorzieningen van de provincie Drenthe. Conform de Financiële Verordening Drenthe 2012, artikel 10 bieden wij u deze Nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan. In de Financiële Verordening is vastgelegd dat wij Provinciale Staten in de eerste helft van iedere Statenperiode een Nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aanbieden. Bij zowel de voorjaarsnota’s, bestuursrapportages als de jaarrekeningen monitoren wij de standen en bestedingen van de reserves en voorzieningen en beoordelen wij daarbij of bijstellingen nodig zijn.

Net als in de vorige Nota reserves en voorzieningen (besluitvorming PS d.d. 14 november 2012), worden alle reserves en voorzieningen nogmaals scherp tegen het licht gehouden en zijn de opmerkingen die de accountant in haar verslag van bevindingen bij de jaarrekening 2015 ook meegenomen. Naast de verantwoordingen in de jaarrekening en begroting wil deze nota de uitgangspunten voor het vormen van reserves en voorzieningen nogmaals helder en up-to-date houden en de besteding ervan inzichtelijk maken en de toerekening en verwerking van laten zien.

De keuze voor een reserve en voorziening wordt conform het gestelde in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gemaakt. De reserves worden altijd gevormd met eigen middelen en zijn ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven. Voorzieningen kunnen worden gevormd met eigen middelen of met middelen van derden. Voorzieningen die met eigen middelen worden gevormd zijn ter dekking van bestaande risico’s. De voorzieningen die zijn gevormd met middelen van derden hebben een specifiek bestedingsdoel.

In het eerste hoofdstuk van deze nota worden de verschillende soorten reserves en voorzieningen en het verschil tussen beide uiteengezet. Daarnaast worden de uitgangspunten voor het vormen en de besteding van reserves en voorzieningen helder gemaakt. Dan volgt een totaal overzicht van alle reserves en voorzieningen, waarin alle mutaties opgenomen zijn naar aanleiding van de 2e Bestuursrapportage 2016 en de Meerjarenbegroting 2017-2020 waarin deze nota is opgenomen. In het laatste hoofdstuk vindt u een samenvatting van alle reserves en voorzieningen met de voorstellen en de financiële gevolgen hiervan.

Ten slotte kunt u in de bijlagen per reserve/voorziening aantreffen:

  • Wat de doelen van de reserves en voorzieningen zijn;
  • Wanneer de reserve of voorziening is ingesteld;
  • Welke portefeuillehouder inhoudelijk bij de reserve of voorziening betrekken zijn;
  • Welke programma voornamelijk gekoppeld aan de betreffende reserve of voorziening;
  • Wat de standen van de afzonderlijke reserves en voorzieningen zijn;
  • Wat het meerjarig verloop van de reserves en voorzieningen is.

Hoofdstuk 1 van deze nota gaat over het algemene beleid met betrekking tot reserves en voorzieningen. In de hoofdstuk 2 worden conclusies en voorstellen gedaan en hoofdstuk 3 wordt een korte samenvatting gegeven van de voorgestelde besluiten. In bijlage zijn tot slot nog de vereisten vanuit het BBV opgenomen met betrekking tot reserves en voorzieningen.


Hoofdstuk 1: Het algemene beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen en het onderscheid daar tussen

In dit hoofdstuk wordt het beleid geformuleerd rondom de reserves en voorzieningen. Sinds de vorige Nota reserves en voorzieningen zijn binnen het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geen wezenlijke veranderingen opgetreden in de regels ten aanzien van reserves en voorzieningen. In dit hoofdstuk wordt inhoudelijk ingegaan op wat reserves en voorzieningen zijn. Voorts wordt beschreven wat het huidige beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is. In bijlage 1 is opgenomen wat de vereisten zijn van het BBV ten aanzien van de reserves en voorzieningen. Tenslotte wordt in het laatste onderdeel de gevolgen van het beleid in het verloop van de reserves en voorzieningen.

Bij het instellen van een nieuwe reserve of voorziening wordt onder andere aangegeven wat de reden van instellen is en de omschrijvingen van de doelstelling, hoe en wanneer gelden worden toegevoegd. En eventueel ook hoe en wanneer gelden worden onttrokken.

In de jaarrekeningen en begrotingen worden sinds enige jaren de stand en toelichting van alle reserves en voorzieningen gepresenteerd. Bij de stand wordt tevens meerjarig rekening gehouden met toekomstige vormingen en onttrekkingen aan de reserve en voorziening. In feite geeft het meerjarige beeld de stand de vrij beschikbare ruimte aan binnen de reserve en voorziening.

1.1 Classificatie
De provincie maakt onderscheid in drie soorten reserves en voorzieningen.

  • algemene reserves;
  • bestemmingsreserves;
  • voorzieningen.

Het onderscheid tussen voorzieningen en (bestemmings)reserves is van belang. In het BBV is het onderscheid gelegd bij de mogelijkheid dat de Staten de bestemming kunnen wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van een (bestemmings)reserve; zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening.

1.1.1 Algemene reserves
Algemene reserves zijn reserves zonder bepaalde bestemming.

De algemene reserves kunnen worden ingedeeld in twee categorieën, te weten:

  • Reserve(s) zonder specifieke bestemming. Hiertoe worden gerekend de Reserve voor Algemene Doeleinden en de Saldireserve;
  • Reserve(s) om risico’s die de provincie loopt, op te vangen. Hiertoe wordt de Risicoreserve gerekend.


1.1.2 Bestemmingsreserves
Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan Provinciale Staten een bepaalde bestemming hebben gegeven. Wanneer vanuit deze reserves bedragen beschikbaar zijn gesteld en die bedragen na afloop niet zijn besteed, dan dient in principe het overschot weer aan de betreffende bestemmingsreserve toegevoegd te worden, conform artikel 43 BBV. Het zijn Provinciale Staten die tot deze toevoegingen besluiten.

Beleid bestemmingsreserves
Het instellen dan wel opheffen van reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Ons beleid ten aanzien van het instellen van bestemmingsreserves is terughoudend. In de begroting zijn idealiter alle structurele en incidentele baten en lasten opgenomen, zodat het vormen van een bestemmingsreserve niet nodig is. Toch kunnen er redenen zijn om een bestemmingsreserve in te stellen.

Voor het instellen/handhaven van bestemmingsreserves zijn de volgende criteria geformuleerd:

  • De jaarlijkse lasten voor beoogd beleid kennen een dermate onregelmatig verloop dat zonder reservevorming de lasten niet of nauwelijks op evenwichtige wijze over de begrotingsjaren kunnen worden gespreid;
  • De reserve dient ter dekking van uitgaven voor nieuw beleid in het kader van afgebakende projecten.

1.1.3 Voorzieningen
Provinciale Staten zijn bevoegd om reserves of voorzieningen in te stellen of op te heffen. Daarbij wordt aangetekend dat er ten aanzien van de instelling en opheffing van voorzieningen nauwelijks beleidsvrijheid voor Provinciale Staten bestaat, omdat de vorming hiervan in veel gevallen verplicht voortvloeit uit de bepalingen uit het BBV. Voor de definitie van voorzieningen is binnen het BBV aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek. Voorzieningen zijn passiefposten in de balans, die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum.

Het gaat bij voorzieningen om min of meer onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen worden gerekend, zoals garantieverplichtingen en dergelijke. Ook kunnen voorzieningen betrekking hebben op verplichtingen, samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten, zoals groot onderhoud. Voorts kunnen voorzieningen een schatting betreffen van de lasten voortvloeiend uit risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering, zoals rechtsgedingen, reorganisaties en dergelijke. Voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, bijvoorbeeld die van vakantieverlof, mogen geen voorzieningen worden gevormd (artikel 44 BBV).
Daarnaast kunnen voorzieningen ingesteld worden om heffingen waarvan de besteding in wet- en regelgeving is gelimiteerd onder te brengen.

Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Het is daarom niet toegestaan rente toe te rekenen aan voorzieningen (artikel 45 BBV). De besteding van voorzieningen is de verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten. De uitgaven ten laste van voorzieningen worden namelijk al geautoriseerd bij het vormen van de voorzieningen en worden nadien niet opnieuw aan Provinciale Staten te worden voorgelegd. De achterliggende gedachte is dat de uitgaven ten laste van de voorzieningen geen keuzevrijheid kennen en dat Provinciale Staten de bestemming niet meer kunnen wijzigen. Volgens het BBV moeten uitgaven rechtstreeks ten laste van de voorzieningen worden geboekt en lopen ze niet via de exploitatie. Als de besteding ook ten laste van de rekening van baten en lasten zou lopen, zou het bedrag namelijk tweemaal als last worden verantwoord. De onttrekkingen worden dus rechtstreeks via de balans afgewikkeld en maken geen onderdeel uit van de exploitatiebegroting/rekening.

1.2 Accountantscontrole
Het verloop van de reserves en voorzieningen wordt elk jaar meegenomen in de accountantscontrole op de jaarrekening.

1.3 Rentetoevoegingen
Aan voorzieningen wordt geen rente meer toegerekend sinds dat niet meer is toegestaan. Er is slechts één reserve waaraan rente wordt toegevoegd. Voorheen is besloten om de Reserve Regio Specifiek Pakket te indexeren met het IBOI percentage (Index bruto overheidsinvesteringen), dit om de provinciale cofinanciering aan de RSP projecten te kunnen voldoen. De waardevastheid van de cofinanciering wordt daarmee gegarandeerd.

1.4 Verloop reserves en voorzieningen

De samenstelling van de reserves en voorzieningen is in onderstaande tabel nader gespecificeerd.

Verloop reserves en voorzieningen tov van de vorige nota Reserves en voorzieningen en stand bij de Begroting 2017

(in duizenden €)

stand vorige nota*

Begroting 2017

Toe-/afname

Algemene reserves

52.666

33.147

-19.519

Bestemmingsreserves

352.135

305.240

-46.895

Totaal reserves

404.801

338.387

-66.414

Voorzieningen (inclusief middelen derden)

19.600

13.336

-6.264

Totaal voorzieningen

19.600

13.336

-6.264

Totaal reserves en voorzieningen

424.401

351.723

-72.678

De daling van de stand van de voorzieningen heeft als voornaamste oorzaak de vrijval van de Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V.. Door de Verkoop Vennootschap BV, één van de bv’s uit de nalatenschap van Essent, is een deel van het geblokkeerde bedrag in het general escrow-fonds vrijgegeven en is de gehele voorziening afgewikkeld.
De reserves zijn afgenomen ten opzichte van de vorige nota. Dit komt doordat deze de afgelopen jaren zijn ingezet, dan wel bij de Begroting 2017 worden ingezet voor de doelen waarvoor deze reserves zijn ingesteld. Met name de Financieringsreserve laat een sterke daling zien. De daling bij de Algemene reserves wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2011 ruim € 14 miljoen werd overgeheveld en de Saldireserve bij de Jaarrekening 2011 tijdelijk hoger was dan normaal gesproken.


Hoofdstuk 2: Conclusies en voorstellen

Op basis van de vastgestelde criteria die in het eerste hoofdstuk zijn uiteengezet, zijn de reserves en voorzieningen opnieuw afzonderlijk beoordeeld. Voor de gedetailleerde bevindingen wordt verwezen naar de bijlagen. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van onze bevindingen, uitmondend in een aantal voorstellen. Achtereenvolgens leest u de bevindingen en voorstellen over de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen.

2.1 Algemene Reserves
Voorgesteld wordt om geen wijzigingen door te voeren ten aanzien van de algemene reserves. De Reserve voor algemene doeleinden is een vrij besteedbare reserve voor algemene doeleinden. De reserve maakt financieel-technisch deel uit van het weerstandsvermogen van de provincie en wordt gebruikt voor het sluitend maken van de meerjarenbegrotingen, zowel positief als negatief. Voor de opvang van tekorten wordt een maximale omvang van € 5 miljoen nagestreefd. Hierbij verwijzen we ook naar de afgesproken beheersmaatregelen van tekorten.

De Saldireserve wordt gebruikt om de bedragen naar volgende boekjaren over te hevelen. Overheveling vindt slechts plaats met instemming van provinciale staten.

De Risicoreserve is bedoeld om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen die niet door een specifieke voorziening of de algemene reserve worden gedekt. Deze reserve is onderdeel van de totale weerstandscapaciteit en wordt betrokken bij de paragraaf weerstandsvermogen. Het huidige risicoprofiel is beschreven in de paragraaf I.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Ons streven is de risico's voldoende te hebben gedekt en de omvang van deze reserve is daar ook op afgestemd. Wij handhaven daarom het gewenste niveau op € 27,5 miljoen.

Nu alle risico's zijn ondergebracht in deze reserve betekent dat niet, dat nu ongelimiteerd risico’s kunnen worden afgewenteld op de risicoreserve. Om op dit punt een goede ‘control’ te handhaven, wordt voorgesteld voor het opvangen van risico’s van het volgende escalatiemodel uit te gaan: eerst dient dekking te worden gevonden binnen het betreffende begrotingsprogramma, dan dekking uit programmagebonden bestemmingsreserves, dan dekking binnen de exploitatie (onvoorzien, resultaat plus of min naar algemene reserve) en dan pas dekking vanuit de risicoreserve. Een onttrekking is op die manier dan meer het resultaat van een uitgekomen risico, dan een politieke keuze.

2.2 Bestemmingsreserves
Wij voeren een terughoudend beleid ten aanzien van het instellen van bestemmingsreserves. Idealiter zijn in de begroting alle structurele en incidentele lasten en baten opgenomen.

2.2.1 Nieuw in te stellen bestemmingsreserve
Wij hebben in deze Nota van reserves en voorzieningen geen voorstellen om nieuwe bestemmingsreserves in te stellen. De meest recent ingestelde reserves zijn; de Reserve investeringsagenda, Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen en de Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer. Deze reserves zijn bij het vaststellen van de Begroting 2016 ingesteld.

2.2.2 uitgangspunten bestemmingsreserves
De financieringsreserve is bij de Voorjaarsnota 2011 ingesteld voor het beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van programma's en projecten op het ruimtelijk-economische gebied, om de doelstellingen die de provincie hanteert voor het omgevingsbeleid en het beleid inzake de regionale economie te realiseren. Als bodemstand wordt hiervoor een bedrag van € 80 miljoen aangehouden om rente baten te kunnen genereren, ter dekking van doelstellingen zoals hiervoor genoemd. In 2016 is een bedrag van € 15,5 miljoen afgeroomd en overgeheveld naar de Reserve investeringsagenda. Daarnaast is additioneel € 15 miljoen uit de financieringsreserve in 2016 onttrokken en ook aan de Reserve investeringsagenda toegevoegd, waardoor deze reserve tijdelijk onder de bodemstand kwam. De afspraak is dat incidentele meevallers, de opbrengst uit het vervolg van stofkam en positieve rekeningresultaten in de komende jaren, na het op peil brengen van de risicoreserve en het op peil houden (€ 5 miljoen) van de Reserve voor algemene doeleinden, gebruikt worden om de financieringsreserve weer aan te zuiveren tot de vastgestelde bodemstand.

2.2.3 omzetten reserves naar voorzieningen
De wettelijke taken van de provincie op het gebied van monitoring voormalige stortplaatsen worden gefinancierd met de opbrengst van de Leemtewetheffing. De uit de Leemtewetheffing voortvloeiende middelen hebben op grond van de Wet milieubeheer een specifiek bestedingsdoel en zijn om deze reden niet vrij beschikbaar. Deze middelen kunnen om die reden dan ook niet meer als bestemmingsreserve opgenomen worden en worden met ingang van 1 januari 2016 als voorziening opgenomen. Omdat de uit de grondwaterheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Waterwet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). Bij de 1e Bestuursrapportage 2016 is dit naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2015 in verband met gewijzigde interpretatie van het BBV reeds verwerkt. Voorgesteld wordt om nu de reserve op te heffen.

De wettelijke taken van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer worden gefinancierd met de opbrengst van de grondwaterheffing. De uit de grondwaterheffing voortvloeiende middelen hebben op grond van de Waterwet een specifiek bestedingsdoel en zijn om deze reden niet vrij beschikbaar. Omdat de uit de grondwaterheffing geïnde gelden specifiek moeten worden besteed aan de in de Waterwet genoemde doelen, dienen deze op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten te worden opgenomen in een voorziening inzake van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (artikel 44 lid 2 BBV). Deze middelen kunnen om die reden dan ook niet meer als bestemmingsreserve opgenomen worden en worden met ingang van 1 januari 2016 als voorziening opgenomen. Bij de 1e Bestuursrapportage 2016 is dit naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2015 in verband met gewijzigde interpretatie van het BBV reeds verwerkt. Voorgesteld wordt om nu de reserve op te heffen.

2.2.4 Over te hevelen saldi
Vrijval Reserve vaarverbinding Erica-Ter Apel
Bij de jaarrekening 2015 hebben wij aangegeven dat het saldo van de reserve Vaarverbinding Erica-Ter Apel vrij kan vallen na de financiële afwikkeling. Deze afwikkeling heeft plaats gevonden na nog een onttrekking van € 160.000,-- in 2016. De reserve kan opgeheven worden en het incidentele voordeel van € 933.293,-- wordt conform de daarover gemaakte afspraken aan de Financieringsreserve toegevoegd in 2017.

2.2 Voorzieningen
De Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V. is bij de jaarstukken van 2009 ingesteld. Dit voor de afdekking van het risico van nog af te wikkelen verplichtingen die voor rekening komen van de "vendors" van de aandelen Essent Holding N.V. aan RWE AG. In de AvA van 18 april 2016 is door de aandeelhouders ingestemd met de vrijval van de vordering op de verkoop Vennootschap B.V. Deze eenmalige bedrage is meegenomen in de 2e Bestuursrapportage 2016. De rest van de voorziening is gebruikt om de opgenomen vordering af te wikkelen waar eerder al rekening mee gehouden was. De voorziening heeft dan ook een saldo van nul en kan opgeheven worden.

De Voorziening financieel risico IAP Drenthe is bij de jaarstukken van 2012 ingesteld. Dit voor de afdekking van het risico van nog af te wikkelen claim n.a.v. een audit bij het SNN over het Innovatieve Actieprogramma Drenthe 2008-2010, waarbij een deel van de subsidiabele kosten is afgekeurd. Het risico hiervoor lag bij de provincie. De definitieve correctie door SNN heeft plaatsgevonden. Eerder was in afwachting hiervan deze voorziening van € 1.088.000,-- ten laste van het Innovatieve Actieprogramma Drenthe gebracht. In 2013 zijn werkzaamheden uitgevoerd die hebben geresulteerd in een aangepaste einddeclaratie, waardoor een deel van de voorziening daadwerkelijk aangesproken is. In totaal is toen een bedrag van € 392.000,-- ten laste van de voorziening gebracht. Medio 2016 is de einddeclaratie ontvangen en is het saldo van de voorziening ten gunste van de middelen versterking economische structuur gebracht. De voorziening heeft dan ook een saldo van nul en kan opgeheven worden.


Hoofdstuk 3: Samenvatting

Op basis van de vastgestelde criteria die in het eerste hoofdstuk zijn uiteengezet, zijn de reserves en voorzieningen opnieuw afzonderlijk beoordeeld. Voor de gedetailleerde bevindingen wordt verwezen naar de afzonderlijke toelichtingen bij de reserve en voorzieningen. Deze nota betreft een beleidskader dat voor de Collegeperiode (2016-2020) is opgesteld. Tussentijdse aanpassingen zijn uiteraard mogelijk en zullen primair worden gekoppeld aan documenten als de Voorjaarsnota, Begroting, Bestuursrapportages en de Jaarrekening. In deze documenten worden zo nodig nieuwe ontwikkelingen weergegeven en daaraan gekoppelde voorstellen gedaan, zoals voorstellen tot opheffing of instelling van reserves en voorzieningen. In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van onze bevindingen, uitmondend in een aantal voorstellen. Achtereenvolgens leest u de bevindingen en voorstellen over de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen.

3.1 Samenvatting van de voorstellen Algemene Reserves

  • Handhaven van een maximaal streefbedrag van € 5 miljoen voor de Reserve voor algemene doeleinden.
  • De risicoreserve handhaven op het gewenste niveau op € 27,5 miljoen, zodat we voldoen aan de ratio weerstandsvermogen van "ruim voldoende.

3.2 Samenvatting van de voorstellen bestemmingsreserves

  • Handhaven van een bodemstand van € 80 miljoen voor de Financieringsreserve.
  • De Reserve monitoring voormalige stortplaatsen te laten vervallen i.v.m. het omzetten naar een voorziening.
  • De Reserve grondwaterheffing te laten vervallen i.v.m. het omzetten naar een voorziening.
  • Het resterende saldo van de Reserve vaarverbinding Erica - Ter Apel van € 933.293,-- te laten vrijvallen ten gunste van de Financieringsreserve en de reserve te laten vervallen i.v.m. de realisatie van het project.
  • De Reserve financieringsfonds Drenthe te laten vervallen i.v.m. de realisatie MKB-fonds en het Drents Acquisitie Ondersteunend Fonds.
  • De Reserve organisatie-ontwikkeling te laten vervallen.

3.3 Samenvatting van de voorstellen voorzieningen

  • Opheffen van de Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V.
  • Opheffen van de Voorziening financieel risico IAP Drenthe.

Bijlage: Vereisten vanuit het BBV en interne regels

Externe regels die opgenomen zijn in het Besluit Begroting en Verantwoording

Artikel 41
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Artikel 42

  1. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.
  2. Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.

Artikel 43

  1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar:
  2. de algemene reserve;
  3. de bestemmingsreserves.
  4. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Artikel 44

  1. Voorzieningen worden gevormd wegens:
  2. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
  3. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
  4. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
  5. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.
  6. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.
  7. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Artikel 45
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

Artikel 54

  1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht.
  2. Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:
  3. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
  4. de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofde van het voorgaande boekjaar;
  5. de toevoegingen of onttrekkingen bij het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening;
  6. de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd;
  7. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 55

  1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van de voorzieningen, bedoeld in artikel 44 en de wijzigingen daarin toegelicht.
  2. Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:
  3. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
  4. de toevoegingen;
  5. ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen;
  6. de aanwendingen;
  7. saldo aan het einde van het begrotingsjaar.

Artikel 63

  1. Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
  2. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.
  3. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.
  4. Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.
  5. Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen.
  6. In afwijking van het eerste lid is waardering tegen actuele waarde toegestaan voor de activa van de Nazorgfondsen bedoeld in artikel 15.47 van de Wet milieubeheer.
  7. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd.
  8. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de boekwaarde van leningen en vorderingen verrekend.

Interne regels die opgenomen zijn in de Financiële verordening

Artikel 10, Reserves en voorzieningen

  1. Gedeputeerde staten bieden in de eerste helft van iedere Statenperiode aan Provinciale Staten een Nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan.
  2. De in het eerste lid genoemde nota behandelt:
  • de vorming en besteding van reserves
  • de vorming en besteding van voorzieningen
  • de toerekening en verwerking van bedragen wegens het op peil houden en rente
  1. In de toelichting op de Jaarrekening als onderdeel van de jaarstukken van de provincie, wordt de vorming en besteding van de reserves en voorzieningen in het verslagjaar kort toegelicht
  2. Als onderdeel van de Begroting wordt jaarlijks een geactualiseerd overzicht verstrekt van de actuele stand en de verwachte vorming en besteding van de reserves en voorzieningen in het desbetreffende begrotingsjaar.
  3. Het in het eerste tot en met vierde lid bepaalde is overeenkomstig van toepassing op middelen die door middel van leningen en/of garanties revolverend worden ingezet.

Totaaloverzicht bij paragraaf reserves en voorzieningen

Saldo

2016

2016

2016

Saldo

2017

2017

2017

Saldo

2018

2018

2018

Saldo

2019

2019

2019

Saldo

2020

2020

2020

Saldo

31-Dec-2015

Begrote

Begrote

Begrote

31-Dec-2016

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2017

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2018

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2019

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2020

Nummer

omschrijving

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Algemene Reserves

050001

Reserve voor algemene doeleinden

19.971.921

-

14.700.000

5.271.921

-

5.271.921

5.271.921

5.271.921

5.271.921

050002

Saldireserve

6.819.351

505.000

4.786.908

2.537.443

2.162.443

375.000

135.000

240.000

120.000

120.000

120.000

-

050005

Risicoreserve

27.500.000

27.500.000

27.500.000

27.500.000

27.500.000

27.500.000

Totaal algemene reserves

54.291.272

-

505.000

19.486.908

35.309.364

-

-

2.162.443

33.146.921

-

-

135.000

33.011.921

-

-

120.000

32.891.921

-

-

120.000

32.771.921

Saldo

2016

2016

2016

Saldo

2017

2017

2017

Saldo

2018

2018

2018

Saldo

2019

2019

2019

Saldo

2020

2020

2020

Saldo

Nummer

omschrijving

31-Dec-2015

Begrote

Begrote

Begrote

31-Dec-2016

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2017

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2018

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2019

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2020

Bestemmingsreserves

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

060111

Reserve monitoring voormalige stortplaatsen (vervallen)

1.129.834

1.129.834

-

-

-

-

-

060124

Reserve beheer vaarweg Meppel-De Punt

2.024.123

1.310.465

1.002.000

2.332.588

602.370

340.000

2.594.958

248.465

340.000

2.503.423

248.465

340.000

2.411.888

248.465

2.660.353

060150

Reserve versterking economische structuur

7.527.358

1.450.000

6.077.358

400.000

1.000.000

5.477.358

400.000

5.877.358

400.000

6.277.358

400.000

6.677.358

060161

Reserve grondwaterheffing (vervallen)

376.266

376.266

0

0

0

0

0

060199

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

29.120.912

2.625.229

0

31.746.141

50.011

0

31.796.152

1.078.485

30.717.667

2.267.662

28.450.005

2.398.517

26.051.488

060211

Reserve vaarverbinding Erica-Ter Apel

1.093.293

160.000

933.293

933.293

0

0

0

0

060214

Reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34

7.173.081

2.565.894

4.607.187

2.500.000

2.107.187

2.107.187

2.107.187

2.107.187

060215

Reserve provinciaal aandeel ILG

11.620.319

2.194.835

9.495.704

4.319.450

3.222.714

1.018.132

6.524.032

2.377.367

4.146.665

2.531.718

1.614.947

1.614.947

060218

Reserve Regio Specifiek Pakket

61.440.803

104.734

1.000.000

27.753.819

34.791.718

347.917

1.000.000

17.547.632

18.592.003

185.920

3.214.641

15.563.282

155.633

844.893

14.874.022

148.740

911.120

15.933.882

060221

Financieringsreserve

109.075.703

30.500.000

78.575.703

933.293

79.508.996

79.508.996

79.508.996

79.508.996

060222

Reserve Vitaal Platteland

6.629.981

2.349.750

4.280.231

2.409.750

1.870.481

1.676.731

193.750

193.750

-

-

060223

Cofinancieringsreserve Europa

22.820.075

2.321.196

20.498.879

2.321.196

18.177.683

3.533.750

14.643.933

3.533.750

11.110.183

3.340.000

7.770.183

060224

Reserve organisatie-ontwikkeling

239.195

239.195

-

-

-

-

-

060225

Reserve opvang revolverend financieren

5.653.681

3.745.000

9.398.681

3.000.000

12.398.681

2.000.000

14.398.681

1.000.000

15.398.681

15.398.681

060226

Reserve financieringsfonds Drenthe

4.000.000

4.000.000

-

-

-

-

-

060227

Reserve natuurbeleid

34.169.468

39.758.157

4.577.873

69.349.752

15.257.938

84.607.690

84.607.690

84.607.690

84.607.690

060228

Reserve investeringsagenda

-

45.000.000

5.800.000

39.200.000

8.110.000

31.090.000

6.865.000

24.225.000

5.400.000

18.825.000

18.825.000

060229

Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen

250.000

185.919

250.000

185.919

47.001

232.920

659.251

892.171

340.749

551.422

2.659.251

3.210.673

060230

Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer

-

9.115.271

9.115.271

1.146.213

10.261.484

1.296.510

11.557.994

1.295.939

12.853.933

1.854.926

14.708.859

Totaal bestemmings reserves reserves

304.344.092

104.734

104.934.876

93.971.531

315.412.171

347.917

25.659.540

36.180.003

305.239.625

185.920

4.604.226

19.085.974

290.943.797

155.633

2.944.404

15.452.522

278.591.312

148.740

6.073.762

5.738.517

279.075.297

Totalen algemene reserves en bestemmings reserves

358.635.364

104.734

105.439.876

113.458.439

350.721.535

347.917

25.659.540

38.342.446

338.386.546

185.920

4.604.226

19.220.974

323.955.718

155.633

2.944.404

15.572.522

311.483.233

148.740

6.073.762

5.858.517

311.847.218

31-Dec-2015

Begrote

Begrote

Begrote

31-Dec-2016

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2017

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2018

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2019

Begrote

Begrote

Begrote

31-dec-2020

Nummer

omschrijving

Rente

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

premie inleg

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

premie inleg

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

premie inleg

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

premie inleg

Vermeerde-ringen

Verminde-ringen

Voorzieningen middelen derden

072110

Voorziening spaarhypotheken

2.622.866

100.000

2.722.866

100.000

2.822.866

100.000

2.922.866

100.000

3.022.866

100.000

3.122.866

083185

Voorziening monitoring voormalige stortplaatsen

1.129.833

75.000

1.054.833

15.000

1.039.833

1.039.833

1.039.833

1.039.833

083186

Voorziening Grondwaterheffing

1.076.265

700000

376.265

700.000

700000

376.265

700.000

700000

376.265

700.000

700000

376.265

700.000

700000

376.265

Totaal voorzieningen middelen derden

2.622.866

100.000

2.206.098

775.000

4.153.964

100.000

700.000

715.000

4.238.964

100.000

700.000

700.000

4.338.964

100.000

700.000

700.000

4.438.964

100.000

700.000

700.000

4.538.964

Voorzieningen ter egalisering van kosten

083173

Voorziening groot onderhoud provinciehuis

1.357.824

398.750

1.225.714

530.860

398.750

188.191

741.419

398.750

337.071

803.098

398.750

170.607

1.031.241

398.750

429.869

1.000.122

083177

Voorziening groot onderhoud Drents Museum

276.622

165.000

216.873

224.749

165.000

357.565

32.184

165.000

104.196

92.988

165.000

180.785

77.203

165.000

178.089

64.114

083182

Voorziening groot onderhoud Depot Drents Museum

59.434

14.043

9.100

64.377

14.043

1.160

77.260

14.043

1.189

90.114

14.043

3.015

101.142

14.043

20.489

94.696

Totaal voorzieningen ter egalisering van kosten

1.693.880

-

577.793

1.451.687

819.986

-

577.793

546.916

850.863

-

577.793

442.456

986.200

-

577.793

354.407

1.209.586

-

577.793

628.447

1.158.932

Voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's

083180

Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V.

2.628.972

-

2.628.972

0

0

0

0

0

083181

Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)

8.366.665

200000

90.000

350.000

8.306.665

200.000

90.000

350.000

8.246.665

200.000

90.000

350.000

8.186.665

200.000

90.000

350.000

8.126.665

200.000

90.000

350.000

8.066.665

083183

Voorziening financieel risico IAP Drenthe

695.516

695.516

-

-

-

-

-

Totaal voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's

11.691.153

200.000

90.000

3.674.488

8.306.665

200.000

90.000

350.000

8.246.665

200.000

90.000

350.000

8.186.665

200.000

90.000

350.000

8.126.665

200.000

90.000

350.000

8.066.665

Totaal alle voorzieningen

16.007.900

300.000

2.873.891

5.901.175

13.280.616

300.000

1.367.793

1.611.916

13.336.493

300.000

1.367.793

1.492.456

13.511.830

300.000

1.367.793

1.404.407

13.775.216

300.000

1.367.793

1.678.447

13.764.562

Saldo reserves en voorzieningen

374.643.263

404.734

108.313.767

119.359.614

364.002.150

647.917

27.027.333

39.954.362

351.723.038

485.920

5.972.019

20.713.430

337.467.548

455.633

4.312.197

16.976.929

325.258.448

448.740

7.441.555

7.536.964

325.611.780